|
Jeronimo die in 2007 geadopteerd was, is op 2 december 2015 teruggekomen naar ons opvangcentrum.
Zijn adoptant, die vaak naar het buitenland moet voor zijn werk, had te weinig tijd om zich met hem bezig te houden. De ezel, waarmee hij zijn weide deelde, was teruggegaan naar zijn eigenaar.
Bij zijn aankomst in het opvangcentrum, was hij kreupel links achter. De voeten waren niet in goede staat en moesten verzorgd worden door de hoefsmid.
Naar men ons vertelde was een hoefsmid pas, een paar dagen voor zijn terugkeer naar de Oase, langsgekomen bij de adoptant. Ik laat jullie zelf oordelen…
De voetstand is niet goed en de hoeven zijn te lang. Bovendien had hij last van grote mierennesten die niemand blijkbaar opgemerkt had. Te zien aan hun omvang waren ze nochtans niet van gisteren!
Vooral het mierennest in zijn voet links achter is erg groot en waarschijnlijk de oorzaak van zijn kreupelheid.
Jeronimo is een grote ezel (+/- 1,50 m op de schoft). Omdat hij zich niet makkelijk laat hanteren, hebben we de hulp van onze dierenarts ingeroepen. Toen hij licht verdoofd was, kon de hoefsmid de mierennesten correct en zonder risico openmaken.
Even ter herinnering, mierennesten komen vaak voor bij ezels. Ze keren zelfs terug als je ze niet behoorlijk verzorgt.
Ezels komen oorspronkelijk uit warme, woestijnachtige streken. Hun voeten worden kwetsbaar door het vochtige klimaat bij ons.
Het vocht maakt de hoeven week en zwak waardoor zo’n mierennest zich kan ontwikkelen.
De bacterie is alomtegenwoordig en valt de hoef aan ter hoogte van de witte lijn. De naam komt van het “witte poeder” dat vrijkomt als je de hoeven schoonmaakt. Er ontstaat een gat, alleen al door het krabben met de hoevenkrabber. Alleen zo kun je zien dat er iets mis is, want de aangetaste ezel mankt niet. Als de ezel ten slotte toch gaat manken, is het mierennest al in een zeer vergevorderd stadium. De tussenkomst van de hoefsmid is noodzakelijk om het aangetaste deel weg te halen. Gelukkig evolueert een mierennest niet erg snel. Als de hoefsmid niet vaak genoeg komt en/of als de hoefsmid te weinig ervaring heeft met ezels (de aandoening is typisch voor ezels) zit je echt in de nesten, in de mierennesten dan, zoals bij Jeronimo!
Bij Jeronimo was de witte lijn van zijn hoef links achter helemaal verdwenen, opgegeten door de bacterie die de gevoelige zones bereikt had.
Onze hoefsmid moest de hoefschoen (buitenste wand van de voet) helemaal weghalen, zodat er lucht in kon om de bacterie te doden. Deze bacterie is anaëroob (ze leven en ontwikkelen zich in een zuurstofarm milieu).
De andere voeten waren ook aangetast, zij het minder ernstig. Jeronimo heeft een dagelijkse verzorging van zijn voeten nodig en het zal nog maanden duren voor de schoen weer aangegroeid is.
Een goed preventief systeem dat geschikt is voor onze vochtige streken en dat we jarenlang getest en toegepast hebben, is dat de ezels iedere nacht op stal gezet worden op een droge laag strooisel. De laag bestaat uit minstens 10 centimeter vlasstrooisel (om het vocht van de urine uit de onderlaag te draineren) met daarop een laag tarwestro. Als we de deur van de box open zouden laten staan, zouden de ezels nooit lang genoeg in de box blijven om hun voeten volledig droog te laten worden. Dit betekent uiteraard meer werk voor de eigenaar, omdat hij de box elke dag moet schoonmaken en er een voldoende dikke laag strooisel in moet leggen om ze droog te houden.
Voor de rest, naast zijn voetverzorging en de noodzakelijke heropvoeding, brengt hij zijn dagen al door op de weide bij zijn nieuwe vrienden. Ze kunnen het erg goed met elkaar vinden. |
|